Luchthavens zijn de kruispunten van vliegverbindingen. Het zijn plekken waar jaarlijks miljoenen mensen passeren om van plek A naar plek B te reizen. Menig herinnering is gestart met een reis die gestart is vanaf één van de vele luchthavens die onze wereldbol telt. Wie weleens op Schiphol of een andere grote luchthaven is geweest die zal zich ongetwijfeld weleens afvagen hoe het kans dat al die drukte in goede banen geleid wordt. Het zijn logistieke processen waar je ‘u’ tegen zegt. En toen was daar het coronavirus COVID-19. Uit het niets opgedoken in China en zich op dit moment als een olievlek uitspreidend over de wereld. De mensheid staat vrijwel machteloos toe te kijken hoe dit virus mensen, onze economieën en onze manier van samenleven infecteert.
Natuurlijk is Nederland de dans niet ontsprongen. Wat wil je van zo’n reislustig land, waar de mensen dicht op elkaar wonen. De perfecte randvoorwaarden voor de verspreiding van een virus. Op het moment dat de COVID-19 besmettingen Europa bereikten, duurde het niet al te lang totdat het eerste Nederlandse geval bekend gemaakt werd. Dat was op 27 februari. Het lastig voor te stellen dat dit nog geen 3 weken geleden is. Sindsdien is er veel gebeurd. Nadat Nederlanders eerst op grote schaal laconiek waren en het nieuwe coronavirus als ‘gewoon een ander soort griepje’ betitelden, is de manier waarop we leven drastisch veranderd. Levend tussen hoop en vrees verslinden we coronanieuws, hamsteren we massaal toiletpapier en proberen we met humor onze angsten te relativeren. Natuurlijk hebben ‘wij’ als Nederlanders een mening. De rol van de overheid, de ernst van het virus en de gevolgen voor mensen en bedrijven wordt besproken. Het is zelfs zover gekomen dat we eindelijk niet meer zeiken over het weer of ons druk maken over Zwarte Piet. Er is nu een overkoepelend probleem gekomen waarbij al het andere lijkt te verbleken.
De nieuwe realiteit is dat we van dag tot dag leven. Onze vrijheid wordt beperkt door ingrijpen van overheden. Reizen wordt steeds lastiger. Niemand weet of er na vertrek nog een mogelijkheid tot terugkeer is. Wie nu het vliegtuig instapt die moet maar afwachten of hij/zij het land van bestemming binnen mag, of er een verplichte quarantaine bij binnenkomst volgt en of er een weg terug is. Zie als voorbeeld de Nederlandse toeristen die op dit moment Marokko bijna niet meer uit kunnen komen of de Antilianen die op bezoek zijn in Nederland en het aantal beschikbare vliegtuigstoelen richting Aruba, Bonaire en Curacao in rap tempo af zien nemen.
Het coronavirus zorgt voor surrealistische beelden op luchthavens. Geen drukte bij incheckbalies, geen wachtrijen bij de veiligheidscontroles en amper mensen bij de meeste gates. De enige uitzonderingen vormen de laatste vluchten richting landen die hun grenzen sluiten voor bezoekers. Daarbij grijpen reizigers de laatste kansen aan om weg te komen. Wie door de terminal van Schiphol loopt die zal zich verbazen over de rust. En Schiphol is niet de enige luchthaven. Ik ontving daarstraks een foto van Vincent, de eigenaar van allesoveroostenrijk.nl, die vanwege een onvermijdbare verplichting vanmiddag naar Amsterdam moet vliegen. Deze foto toont de terminal van Flughafen Graz. Bijna heel het vliegveld kent de rust die je hier ziet.
De komende dagen gaan er steeds meer landen op slot. Dit soort beelden van luchthavens, die we nu nog als surrealistisch beschouwen, staan voorlopig symbool voor het nieuwe realisme. Het is te hopen dat dit voorbeeld van één van de vele gevolgen van het coronavirus snel verleden tijd is. Dat er zo weinig mogelijk slachtoffers zullen zijn op wat voor manier dan ook. Voorlopig zullen het onzekere tijden zijn waar we ons als mensheid zo goed mogelijk doorheen moeten slaan.