Dat er op dit moment een pandemie gaande is, zal weinigen ontgaan zijn. Dat de reisbranche hierdoor enorm hard getroffen wordt, is ook over het algemeen bekend. Onze nationale trots KLM vliegt amper, hotels staan leeg en de reisbureaus hebben minder klanten dan dat Nederland bergen heeft. Als ik alleen al naar mijzelf kijk dan zie ik bij het gros van mijn reissites een dramatische daling in bezoekers en daaraan gekoppelde omzet. Denk aan tientjeswerk…per week. Gelukkig is daar de overheid die bijspringt. O, nee. Vanwege allerlei regeltjes kom ik nergens voor in aanmerking. En dat terwijl ik ruimschoots voldoe aan een enorme omzetdaling. Van een winstdaling kan ik niet meer spreken, wat er is geen winst meer. Sinds maart zijn het dieprode cijfers die de boeken in gaan.
Nu is het niet mijn intentie om hier een beetje zielig te lopen doen. Ik wil met de inleiding vooral dingen in perspectief zetten. Want net als bij zovelen steekt het mij dat een miljardenbedrijf als booking.com kennelijk een flinke graai wil doen in de pot die de overheid ter beschikking stelt. Uit de pot geld waar ik en een redelijk deel van mijn collega’s naast grijpen. Kleine ondernemers die jarenlang hard gewerkt hebben en het spel volgens de regels spelen. En dan is daar booking.com. Wie kent deze hotelboekingssite niet? Volgens de media heeft dit van oorsprong Nederlandse bedrijf via allerlei constructies miljarden euro’s aan belasting bespaard in Nederland. Ik las ergens dat booking.com vorig jaar 5 miljard euro winst maakte en in twee jaar tijd maar liefst 14 miljard uitgekeerd zou hebben aan de aandeelhouders. Dat zo’n multinational mee wil eten uit de ruif waar een hoop getroffen kleinere ondernemers vandaan gehouden worden, schiet velen in het verkeerde keelgat.
De vraag is of het de schuld van booking.com is dat ze gebruik willen maken van door de Nederlandse overheid ingevoerde maatregelen, of dat het de overheid is die zoals wel vaker enorm faalt met de vorm waarin een pakket redmiddelen aangeboden wordt. Ik leg de schuld vooral bij de overheid. Er hadden veel betere constructies bedacht kunnen worden door de regering. Helaas hebben ze dat niet gedaan. Is dat de schuld van degene die er wel van kan profiteren? Nee, het is wederom de overheid die in mijn ogen faalt.
Booking-bashing
Wat me in de media en vooral binnen social media opvalt is hoe men het nieuwsfeit dat ook booking.com gebruik zou willen maken van de NOW-regeling, gebruikt wordt om het bedrijf aan te vallen. Er heerst kennelijk een hoop zeer bij accommodaties en partners van het platform. Dat oud zeer komt nu naar boven bij verschillende mensen. Ik noem het booking-bashing. Het is een verschijnsel dat je wel vaker ziet, dat soms één gebeurtenis zo’n hoop negativiteit naar boven brengt. Nu zal ik de laatste zijn die een multinational heilig verklaart of zal ontkennen dat ik vind dat sommige dingen anders hadden gekund. Maar het aanschoppen tegen een platform dat massaal gebruikt wordt, is een wel gemakkelijke uitlaatklep van dieper liggende frustraties. Is het immers de schuld van deze site dat ze voorzien in een behoefte waarin de branche zelf niet heeft voorzien?
Lang leve booking.com
Ik vermoed dat men het pre-bookingtijdperk is vergeten. Dat was de tijd dat je naar een reisbureau moest gaan als je ergens een hotel wilde boeken. Stel dat je vier nachten in New York, Turijn of Barcelona wilde verblijven. Dan zat je al bijna vast aan een reisorganisatie die via de reisagenten op reisbureaus aangeboden werden. Vaak moest er eerst gebeld worden of er beschikbaarheid was en wat het zou kosten. Soms ontving je daar dezelfde dag nog bericht over, soms duurde dat een of twee dagen. Tijdsverschil was dan vaak een issue. Je kon dan beslissen of je het hotel wel of niet wilde boeken. Dit klinkt toch als prehistorisch op vakantie gaan?
Of nog erger: je keuze was beperkt tot het aanbod dat je in de zaterdageditie van papieren kranten aantrof of in de Kampioen; het maandelijkse magazine voor leden van de ANWB. Je kon kiezen uit maximaal een paar honderd accommodaties die in een paar zwart-wit regels uitlegden wat ze boden. Vaak was het niet meer dan de naam, het soort kamer, de locatie en een telefoonnummer. Al bellend met de accommodatie kon je proberen een reservering te regelen. Veel succes als je moet communiceren met iemand die geen Nederlands of Engels verstaat of spreekt! Foto’s of ervaringen van derden? Vergeet het maar!
En toen was daar booking.com. Opgericht in 1996 door een Nederlandse student en mede groot gemaakt gemaakt door investeerder Kees Koolen. Dankzij booking.com kon je ineens via internet naar hotels zoeken en kon je direct online boeken. Ineens ging de informatie veel verder dan een paar regels tekst in een reisbrochure, krant of magazine. Foto’s en uitgebreide beschrijvingen boden je ineens alles wat je nodig had om een juiste beslissing te nemen. Het toevoegen van plattegronden en reviews maakten het je nog gemakkelijker. Ik moet zeggen dat ik booking.com al in een vroeg stadium omarmd heb. Volgens mij ben ik sinds het jaar 2000 of 2001 klant bij ze. Per jaar maak ik gemiddeld 20 tot soms wel 50 boekingen via booking.com. Daarnaast ben ik ook sinds 2002 of 2003, ik weet het niet exact meer, partner van booking.com. Ik plaats zogenaamde affiliatelinks naar relevante hotels. Als tegenprestatie ontvang ik commissie over de boeking(en) die via zulke links gegenereerd worden. Ik had ervoor kunnen kiezen om een dergelijke samenwerking aan te gaan met concurrenten van booking.com, maar heb naar mijn mening voor de beste website op het gebied van aanbod, informatie en gebruiksgemak gekozen.
Accommodaties
Als je negatieve verhalen hoort over booking.com, dan is dat vooral door de eigenaren van de accommodaties. Het platform is zo enorm groot geworden (meer dan 1 miljoen accommodaties), dat je als exploitant van hotels, appartementen of andere soorten vakantie-accomodaties eigenlijk niet meer om booking.com heen kunt. En wat doen multinationals die eigenlijk in een soort van monopoliepositie terecht gekomen zijn? Die proberen zoveel mogelijk geld te verdienen. Dat is de nare bijkomstigheid van een kapitalistische samenleving.
Van tijd tot tijd is er een journalist die een artikel schrijft over booking.com. Het gaat dan zelden over het succesverhaal van dit platform. De toon die neergezet wordt is vooral dat van de grote multinational dat over de rug van de hotelbranche zijn zakken vult. Dat er goed geld gegenereerd wordt door het platform is een feit. Maar is dat verkeerd? Natuurlijk is het zo dat niet iedereen even gelukkig is met de samenwerking die ze met booking.com hebben. Er zijn daardoor altijd wel hoteliers te vinden die in de slachtofferrol willen kruipen en dat willen delen met de pers. Zielige verhalen van die arme Italiaanse B&B-houder die tientallen procenten van zijn omzet afdraagt aan booking.com doen het goed. Het Calimero-gevoel is iets wat het grote publiek aanspreekt. Of er sprake is van goede journalistiek door juist deze kant te benadrukken, daar zet ik mijn vraagtekens bij.
Geweldige ontdekkingen
Wat ik me besefte op het moment dat ik dit artikel bedacht, is hoeveel leuke en soms unieke accommodaties ik dankzij booking.com ontdekt heb. Mijn meest recente reis naar Paaseiland heb ik overnacht in een heerlijk kleinschalig boutique hotel: La Perouse. Vorig jaar heb ik dankzij booking.com het hotel gevonden met het gaafste uitzicht van de Colombiaanse stad Cartagena: Movich Hotel Cartagena de Indias. Ik ben toen bewust op zoek gegaan naar de locatie van waaruit ik een bepaalde foto van de stad kon maken. Ons lievelingshotel in Dubai, het Sofitel Dubai The Palm Resort, heb ik via dit mondiale platform ontdekt. Zo ook All Seasons Apartments op Bonaire, dat we inmiddels als ons tweede thuis ervaren. Of wat te denken van pareltjes zoals Entre Dos Aguas in Toledo of Mama Shelter in Los Angeles. Ik weet bijna zeker dat ik dit soort gave plekjes niet ontdekt zou hebben als booking.com er niet geweest was.
Dat is wat de accommodaties terug krijgen van booking.com: ze zijn vindbaar en boekbaar voor miljarden potentiële consumenten. Dat is wat waard. Hoeveel dat is, wordt door de markt bepaald. En die markt, dat is booking.com. Wat door klagende accommodatie-eigenaren vergeten wordt is dat ze een podium krijgen om al die klanten te bereiken.
Wat moeten we zonder booking.com?
De vraag waar het eigenlijk allemaal op neerkomt, is deze: ‘Wat moeten wij zonder booking.com’? Wil je weer terug naar het tijdperk van drie-regels grote advertenties in de Telegraaf, het AD of de Volkskrant? Willen we weer naar het reisbureau gaan om een simpele stedentrip te boeken? Nee, toch? Nou zal het niet meteen die kant opgaan als er geen booking.com zou zijn. Dankzij andere giganten zoals zoekmachine Google kun je redelijk wat accommodaties ook op andere wijze vinden. Helaas ben je ook hier aan de goden overgeleverd, want Google is geen filantropische instelling. Nee, hier worden vooral de accommodaties getoond die diepe zakken hebben van waaruit ze voor advertenties kunnen betalen. En wat als booking.com zou verdwijnen? Dan komt daar als je geluk hebt een soortgelijk initiatief voor terug. En dat alternatief zal een commercieel platform zijn dat zijn best doet om zoveel mogelijk geld te verdienen.
De vraag is of multinationals zoals booking.com, maar ook een KLM, door de overheid gesteund moet worden tijdens de coronacrisis. Ik denk van wel. Ik ben van mening dat onze samenleving gebaat is bij het voortbestaan van deze bedrijven. Alleen moet de Nederlandse staat hier wel duidelijke voorwaarden aan stellen. Niet nu flink geld in deze bedrijven pompen en vervolgens miljarden uitkeren aan de aandeelhouders. Die zullen de komende jaren achteraan moeten sluiten als er weer geld verdiend wordt. Net als de topverdieners binnen deze bedrijven.