Stedentrips zijn weer helemaal hot. Dat was afgelopen week goed te merken toen ik met vrouw en kind een paar dagen naar Berlijn ging. De vraag is tegenwoordig: hoe reis je naar je stedentripbestemming? In dit geval: hoe reis je het beste naar Berlijn? Als uitgever van reis- en bestemmingsgerelateerde websites promoot ik het reizen per trein. Zeker als het gaat om stedentrips waarbij er minder dan duizend kilometer overbrugd moet worden. Internationale treinreizen staan vanwege het duurzame karakter (ten opzichte van de auto en het vliegtuig) in de belangstelling. Ik maak wel eens gebruik van de trein als ik op reis ben, maar ben nog nooit met de trein als primair vervoermiddel op vakantie gegaan. Tot vorige week. De meivakantie was een ideaal moment om eens te kijken hoe het is om met de trein naar Berlijn te reizen.
Tickets boeken
Het boeken van de treintickets naar Berlijn ging vrij simpel. Je kunt je treinreis naar Berlijn via de Nederlandse site NS International boeken. Je kunt je treinreis naar Berlijn vanaf ieder Nederlands treinstation starten. Overstappen is in dat geval onvermijdelijk. Tijdens het boeken kon ik uit verschillende tijden kiezen. Ik koos voor route waarbij we vanuit Roosendaal met twee keer overstappen naar Berlin Hauptbahnhof konden reizen. Het hele zoek- en boekingsproces verliep soepel en snel. Binnen een kwartier had ik de juiste tickets gevonden, gereserveerd en via iDeal betaald.
Prijs
De drie treintickets van Roosendaal naar Berlijn kostten me € 407,70. Dit is op basis van het ‘Supersparpreis Europa’ tarief voor de 1e klasse. Deze tickets zijn niet wijzigbaar, niet annuleerbaar en geven je geen recht op toegang tot de DB Lounges op de Duitse stations. Omdat we niet naast het station van Roosendaal wonen, tel ik de taxikosten van en naar mijn huis op bij het totale prijsplaatje: 36 euro voor heen en terug, inclusief de fooien. In Berlijn hebben we nog drie kaartjes voor de S-Bahn moeten kopen voor 6 euro. Dat brengt de totale reissom op € 449,70 euro. We hadden in de 2e klasse kunnen reizen. Dan hadden we ongeveer tachtig euro bespaard op de hele reis.
Wat had het gekost als we met de auto gegaan waren?
De prijs is een belangrijke factor als je twee reismogelijkheden met elkaar gaat vergelijken. Wat had het gekost als we met de eigen auto naar Berlijn waren gereden? Dit is niet eenduidig te bepalen. Reken je de benzinekosten plus parkeerkosten? Reken je de gemiddelde kilometerprijs van je auto? Ik kies voor de meest eerlijke methode. De reis naar Berlijn zou geen invloed hebben op de verzekering of de wegenbelasting. Ook zouden de onderhoudskosten niet hoger uitvallen, want de auto zal de volgende beurt op basis van tijd en niet van kilometers plaatsvinden. Extra afschrijving? In de praktijk niet of amper. Dat komt door het moment waarop ik auto’s inruil. Die 1450 extra kilometers gaan daar geen invloed op hebben. Bandenslijtage en remmenslijtage? Dat ligt voor mijn auto op ongeveer 2,8 cent per kilometer. Die zal ik meepakken in de berekening.
Het daadwerkelijke brandstofverbruik voor een rit van Roosendaal naar en van Berlijn ligt op ongeveer 6,5 liter per 100 kilometer. Bij de huidige gemiddelde brandstofprijs van ongeveer € 2,10 per liter kom je dan uit op afgerond 13,7 cent per kilometer aan peut. Op basis van 16,5 cent aan kilometerkosten zou ik bij 1450 kilometer (725 kilometer per enkele reis) uitkomen op € 239,25 aan reiskosten. De parkeerkosten bij Lux 11 Berlin-Mitte (waar wij overnachtten) bedragen 24 euro per nacht. Voor vier nachten kom je dan uit op 96 euro. Als je dat optelt bij de reiskosten dan kom je in totaal op € 335,25 uit.
Als je reizen met de auto vergelijkt met het reizen per trein in de 2e klasse, dan is de reis per auto een paar tientjes goedkoper. Daar staat wel tegenover dat de treinreis beter voor het milieu zou zijn.
Reisduur
De officiële reisduur van de reis per trein was 8 uur en 17 minuten, zowel voor de heenweg als voor de reis terug. Dan ben je er nog niet. Je moet ook naar en van de stations reizen. In de praktijk hebben we de heenreis vanuit huis tot aan het hotel afgelegd in exact 10 uur. De terugreis heeft 10 uur en een kwartier geduurd. Dat was mede te danken aan een vertraging van een half uur op het traject Duisburg-Arnhem. Hierdoor misten we de aansluitende trein naar Roosendaal en moesten we bijna een half uur wachten op de volgende trein.
Met de auto duurt de reis vanaf ons huis tot het geboekte hotel in Berlijn 7 uur en 37 minuten. In de praktijk kom je op ongeveer 8 tot 9 uur uit. Je verliest wat tijd door stops en verkeersdrukte en wint wat tijd op stukken waar je harder dan de daar geldende adviessnelheid van 130 kilometer per uur kunt rijden. Hoeveel tijd je wint, hangt af van de zwaarte van je rechtervoet en de drukte op dat moment. Als je niet als een soort van Max Verstappen over de Duitse Autobahn scheurt, dan is een reistijd van 9 uur heel reëel. een uurtje sneller dus dan met de trein.
De vrijheid om je eigen vertrektijd te kunnen bepalen is een groot voordeel bij het reizen met de auto. In het geval van onze terugreis hadden we anders twee uur eerder op pad gegaan en waarschijnlijk drie uur eerder thuis geweest.
Comfort
Het comfort was voor mij belangrijkste reden om een keer met de trein op vakantie te gaan. Geen verkeersstress, geen vermoeidheid door het autorijden. Het boeken van de 1e klasse zou een extra bijdrage in het reiscomfort moeten leveren. In de praktijk viel het mij tegen. Eerlijk gezegd zit mijn autostoel prima en misschien nog wel beter dan de treinstoelen, waar eigenlijk niets mis mee is. Het in Duitsland nog steeds verplichte FFP2-masker in het openbaar vervoer begon wel wat te vervelen. Het zat me nogal strak achter de oren. Wat voor mij echt afbreuk heeft gedaan aan het algehele reiscomfort waren de vertragingen de chaos op de perrons bij het instappen op de ICE-treinen in Duitsland. De rijtuiginformatie op de borden klopte niet goed, wat onnodige stress veroorzaakte. De eerste ICE, die van Duisburg naar Berlijn, hebben we bijna gemist omdat we ons rijtuig niet op tijd konden vinden.
Slotconclusie
Laat me maar met de deur in huis vallen: ik ben niet overtuigd van het reizen met de trein. Ik heb het niet als sneller of comfortabeler dan de soortgelijke reis met de auto ervaren. Aan het eind van de reis voelde ik me minstens net zo moe als na een lange autorit. Kostentechnisch was het reizen per trein iets minder gunstig dan met de auto. Maar je praat dan over geen al te grote verschillen. Dat meningen kunnen verschillen, blijkt uit hoe mijn vrouw dezelfde reis ervaren heeft. Zij geeft de voorkeur aan de reis per trein. De puber in het gezelschap gaat mee met mijn oordeel: de auto boven de trein.
Denk dat het veel te maken heeft met persoonlijke voorkeuren en hoe de reis verder verloopt. Feit is dat het reizen met de trein als een goed (en duurzaam) alternatief gezien mag worden voor een stedentrip met de auto of het vliegtuig.