Ga je met de auto op vakantie? Dan ontkom je er niet aan om een keer te moeten tanken. Vroeg of laat geeft de brandstofmeter in je automobiel het teken dat er behoefte is aan de nodige hoeveelheid benzine of diesel. Hoe snel dat moment komt, hangt vooral af van je rijgedrag. Als je op de Duitse snelweg helemaal los gaat op de stukken waar er geen snelheidslimiet heerst, die zal eerder de bodem van de tank bereiken dan chauffeurs die ook op de Autobahn een zuinige rijstijl hanteren. Dit geldt natuurlijk ook op snelwegen buiten Duitsland.
Je betaalt meer langs de snelweg
Als het moment daar is om te tanken, dan lijkt een tankstation langs de snelweg de meest voor de hang liggende plek om dat te doen. Je hoeft immers alleen maar de afrit te nemen en binnen maximaal enkele minuten kun je het uiteinde van de vulslang in de tankopening van vierwieler stoppen. Helaas geldt ook in Duitsland dat je voor dit gemak extra betaalt. Dat tanken langs de snelweg vaak (niet altijd) duurder is dan op andere locaties is iets dat we in Nederland ook kennen. Het is in veel West-Europese landen zo dat je langs de snelwegen meer betaalt voor een liter brandstof. Echter heb ik het nog niet zo erg meegemaakt als in Duitsland.
Duurder dan in Nederland
Gisteren reed ik vanuit Oostenrijk terug naar huis. Op een rit van bijna duizend kilometer ontkom ik er niet aan om een keer te moeten tanken voordat ik weer thuis ben. Ter hoogte van de stad Worms neem ik de afslag naar tankstation Wonnegau-Ost. Op het moment dat ik uit de auto gestapt ben en bij dit Esso-tankstation wil gaan tanken zie ik de actuele brandstofprijs voor een liter Euro-95 benzine. Hier zou ik € 2,449 voor een liter E10 benzine kwijt geweest zijn. Dat is ongeveer 35 cent per liter duurder dan wat ik bij het onbemande tankstation thuis kwijt zou zijn. Met het gegeven in mijn achterhoofd dat Nederlanders die in de buurt van de grens met Duitsland wonen massaal de grens over gaan om daar goedkoper te tanken, weet ik dat deze prijs schandalig hoog moet zijn. Ik besluit om hier niet te tanken en rijdt door. Er zit nog voldoende peut in de tank om een stuk verderop te tanken.
Een verschil van 60 cent per liter
Op het moment dat ik een kleine twintig kilometer doorgereden ben, zie ik het stadje Alzey langs de snelweg liggen. Gezien de grootte schat ik snel in dat daar zeker een tankstation te vinden met zijn. En ja hoor, nog geen 900 meter na de afrit kom ik bij de Aral Tankstelle in Alzey aan. Op het moment dat ik de benzineprijzen op het bord zie staan, weet ik meteen dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Hier kost een liter Euro 95 / E10 ‘slechts’ € 1,849 per liter. Dat betekent een verschil van maar liefst 60 cent per liter brandstof. Dat is enorm! Ik heb 38,08 liter benzine getankt, waardoor het verschil met tanken langs de Autobahn maar liefst € 22,85 bedraagt. Dat is toch gemakkelijk verdiend! Het kost me enkele minuten meer dan wat tanken langs de snelweg mij gekost zou hebben.
Om het in perspectief te plaatsen: als ik op zowel de heen- en de terugweg langs de Autobahn getankt zou hebben en ook in Oostenrijk niet bij de lokale dorpspomp mijn auto van brandstof voorzien zou hebben, dan had de hele reis mij tenminste honderd euro meer gekost. Het is geld waar je niets extra’s voor terugkrijgt, behalve een paar minuten per tankbeurt besparen. En zelfs dat is op drukkere reisdagen niet gegarandeerd. Voor die honderd euro kun je in Oostenrijk 5 schnitzels met een biertje erbij drinken. Die smaken dan extra lekker. Wil je voor de originele Wiener Schnitzel van kalfsvlees gaan, dan bespaar je slechts vier schnitzels op je brandstofkosten.